Opposites attract! Tijd om eens wat dieper in te gaan op dit onderwerp. Vinden we iemand aantrekkelijker die niet op ons lijkt? Of vallen we juist sneller voor iemand waarin we onszelf herkennen? Kortom, wat trekt ons in de ander aan?
Het zal je vast weleens overkomen zijn. Een goede vriendin staat voor je deur, verdrietig en moe. Haar jarenlange relatie is zojuist loopt op de klippen gelopen: er was alleen nog maar ruzie of de liefde is simpelweg verdwenen. “Jullie leken gewoon te veel op elkaar”, probeer je sussend te zeggen. Je vriendin knikt instemmend en veegt haar tranen weg. “Ja, hebt gelijk”, antwoordt ze. “Het was vroeg of laat toch fout gegaan.” Opposites attract, luidt het gezegde immers. En dus wijzen we die potentiële partner af omdat we ons te veel in diegene herkennen of gebruiken we dit als verklaring waarom een relatie gedoemd is te mislukken.
Maar hoe zit het dan met dat andere veelgehoorde gezegde: ‘soort zoekt soort’? Dit lijkt tegenstrijdig met het bovenstaande en zorgt voor extra onduidelijkheid in de toch al ingewikkelde datingwereld. Tijd dus om wat dieper in te gaan op dit onderwerp. Vinden we iemand aantrekkelijker die niet op ons lijkt? Of vallen we juist sneller voor iemand waarin we onszelf herkennen? Kortom, wat trekt ons in de ander aan?
‘Een lekker wijf!’, hoor je menig man roepen. En het liefst iemand die ook nog een beetje goed kan koken en verzorgend is, wordt aan het wensenlijstje toegevoegd. De gemiddelde vrouw heeft graag een intelligente man, die hoog op de sociale statusladder staat en met een florerende carrière in het vooruitzicht. Van beide partijen klinkt dit een tikkeltje oppervlakkig, maar kijken we naar de evolutietheorie dan wordt het toch wel iets aannemelijker. Mannen hebben meer kans om hun genen over te dragen bij een vrouw die er voor hen aantrekkelijk uitziet (waarbij een sexy, gezond lichaam geschikter wordt geacht om kinderen te baren), vrouwen hebben een grotere kans hun kinderen te laten overleven wanneer zij een sterke, intelligente man aan hun zijde hebben die bescherming biedt en de nodige voorzieningen weet te verschaffen.
We hoeven ons dus niet te schamen als we bovenstaande – op het eerste gezicht oppervlakkige – eigenschappen hoog op het eisenlijstje hebben staan voor de ideale partner. Maar hoe zit het met het opposites attract gedeelte? Over het algemeen geldt dat gelijkgestemden elkaar aantrekken. Dit lijkt een resultaat te zijn van klassieke conditionering: kom je iemand tegen met dezelfde kenmerken en waarden, dan zal diegene een vertrouwd en positief gevoel bij jou opwekken. Dit geldt ook voor het tegenovergestelde: kom je een totaal ander persoon tegen, dan zal je minder snel geneigd zijn diegene aardig te vinden. Daarbij geldt ook nog eens dat gelijkgestemden dezelfde ‘liefdesstijl’ hanteren, waardoor een stabiele relatie ontstaat.
Natuurlijk hoef je qua karakter niet als twee druppels water op je partner te lijken om de relatie te laten slagen. Sluiten jullie je sterke en zwakke eigenschappen op elkaar aan, waardoor je elkaar compenseert en van elkaar leert, dan is dat juist een stevig bindmiddel in de relatie.
Toch komt het opposites attract gezegde niet uit de lucht vallen. Misschien herken je jezelf er wel in, val je altijd op personen die in elk opzicht anders zijn dan jij. Waarschijnlijk omdat het onbekend en nieuw is, en daarmee natuurlijk heel spannend. Je weet niet wat je kunt verwachten, waardoor het niet snel saai zal worden. Maar je zult ook merken dat het meestal beperkt zal blijven tot vurige contacten die na korte tijd weer overgaan. Of erger: het wordt wel een relatie, maar er is continue onderlinge strijd gaande. Dat is niet wat je wilt, toch?
Conclusie van het bovenstaande? Sta eens open voor iemand die op jou lijkt. Misschien een tikje minder spannend, maar het zal je kans op een stabiele relatie wel enorm vergroten.