Bindingsangst wordt vaker toegekend aan mannen dan aan vrouwen. Onterecht! Het is absoluut geen genetisch bepaalde afwijking en heeft dus niets te maken met sekse. Waarom er meer gesproken wordt over mannen met bindingsangst komt omdat het verward wordt met twee fenomenen:
Bindingsangst is het je moeilijk kunnen hechten aan anderen. Als relaties intiemer worden ervaar je het als beklemmend. Liever hou je het contact oppervlakkig en vrijblijvend. Dit betekent echter niet dat je geen behoefte hebt aan contact en liefde, je kan het simpelweg niet.
Bindingsangst ontstaat op een moment dat liefde onveilig is. Vaak gebeurt dit in je vroege jeugd, als je een band opbouwt met je ouders/verzorgers, dit wordt hechting genoemd. De manier waarop jij als kind gehecht bent kan ook nu nog van invloed zijn op hoe jij (intieme) relaties aangaat.
Het kan ook ontstaan als je volwassen bent. Bijvoorbeeld wanneer je je te lang bevond in een ongezonde relatie, je partner vreemdging, je geliefde plotseling overleed of bij een echtscheiding. Om jezelf te beschermen trek je (onbewust) een muur op.
Bindingsangst verdwijnt dus niet op het moment dat je de ‘juiste’ tegenkomt. Jij bent beschadigd en je zal eerst moeten helen voordat je weer echt lief kunt hebben. Erkennen dat je nog pijn hebt is de helft van de oplossing. Professionele hulp van een coach of psycholoog versnelt het helingsproces.
Meld je nu aan voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek.